“Galaten: 5 vers: 22” Ik kreeg het niet in m’n hoofd gestampt. De “dominee” (dat is zoals ik hem noem) herhaalde het nog een paar keer. “Dat schreef Paulus, dan ben je heilig.” Ik knikte terwijl hij het stukje voorlas: “Maar de vrucht van de Geest is: Liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw zachtmoedigheid, zelfbeheersing.. Maar wij zijn niet heilig, wij zijn niet volmaakt. Dat zullen wij nooit worden ook. Maar als je met heel je hart in Hem gelooft, dan wil je vanzelf zo gaan leven. Dan wil je heilig zijn.” Heilig. Dat was het onderwerp op catechisatie deze keer.

Ik had zitten vertellen over het boek dat ik schrijf. En wat het onderwerp zou worden. Ik zag zijn ogen glimmen. Volgens mij vond hij het geweldig om te zien hoe ik mijn kracht uit mijn geloof put. Hoe ik mijn gevoelens kwijt schrijf. Ik ben waarschijnlijk ook één van de weinige jongeren die voor haar geloof uit komt. Ik durf het gewoon. Ik ben niet meer bang voor de gemene, negatieve reacties die ik erop krijg. Want zo is Satan. Hij zoekt mensen om mij van mijn geloof te ‘beroven.’ Maar dat gaat hem niet lukken. Nu niet, nooit niet. Hij zoekt maar een ander.

Wat me opviel was dat de pastoraal medewerker aan mij vroeg hoe ik mijn boek ooit af zou moeten sluiten. Ik snapte wat hij bedoeld. God is eeuwigheid. Papier en inkt niet. Ik zal m’n boek toch een keer moeten afsluiten. Er een punt achter moeten zetten. Zo beleef ik het nu. Punt. Maar het leven gaat door. Ook na mijn boek. God gaat door. Maar niet zonder mij.

Ik denk dat je je wel afvraagt waarom dit bericht ‘Briefje’ als titel heeft. Ik heb om de worden te onthouden op een briefje ‘Galaten 5:22′ opgeschreven. Ik loop daar nu al bijna heel de week mee rond. Ik heb hem al best lang in m’n zak zitten.

Ik zit heel vaak met m’n handen in mijn zakken, en elke keer voel ik dat briefje in mijn zak. En elke keer denk ik dan weer terug aan wat de meneer van catechisatie zei. Het helpt mij het beter te onthouden. En ik besef steeds weer opnieuw. Zo wil ik leven. En ik ga ervoor. Jij?