“Lieve God, Wat ben ik voor een pieterig mensje?
In dit donkere bestaan..
De mens denkt tegenwoordig dat hij alles kan doen.
Ze vergeten wat U voor ons heeft gedaan.
U heeft de wereld voor ons geschapen.
En wij mensen, wij maken het kapot.
En er is niemand die zegt: “Waar zijn we eigenlijk mee bezig?
Moeten we het niet houden, zoals het eerst was?”
Net als in het paradijs van Adam en Eva.
Maar zelfs toen al was de duivel de mens te snel af.
Het is ook moeilijk om in U te geloven, Heer.
Want wie ben ik nou, dat ik in U mag geloven?
Ik weet wel dat U heel graag over mij waakt.
En m’n zonden wil vergeven.
Want daarvoor is eenmaal Uw eigen Zoon gestorven aan het kruis.
Maar waarom begrijpen dan zoveel mensen niet waarom dit alles is gebeurd?
En waarom de satan moet bestaan om U te kwellen?
Soms vraag ik me wel eens af waarom ik zoveel vragen heb voor U.
En of U Zich er niet aan stoort.
U zal mijn vragen waarschijnlijk wel begrijpen.
Want U weet dat het moeilijk is om alles wat in Uw woord staat te snappen en te geloven.
Want ik was er zelf niet bij.
Maar wat moet het toch mooi geweest zijn, als ik erbij zou zijn geweest.
Om Uw eigen Zoon te zien, en er mee te praten.
Heer, wilt U mij alsjeblieft helpen om meer te begrijpen, en om te leren weten wie U werkelijk bent.
Amen…”
Deze tekst heb ik jaren geleden geschreven als beschrijving onder een foto op Hyves. Later heb ik die foto verwijderd en heb ik er nooit meer naar omgekeken. Maar dacht ik er opeens weer aan. En aan alle positieve reacties die ik erop heb gekregen. Dat ik het zo mooi verwoord heb. Want dat doe ik. Ik speel met zinnen, ik puzzel met letters. Mijn grote passie, schrijven.
Veel van mijn gedichten en teksten worden vergeten en zie ik ook nooit meer terug. Ze verdwijnen in mijn kamer en als het weer eens tijd is voor een grote schoonmaak dan vind ik ze weer. Meestal lees ik ze, en dan komen alle herinneringen weer naar boven. Vaak vrolijke, maar ook verdrietige herinneringen. Gevolgd door tranen, van ontroering, of van verdriet.
Heel veel gedichten zijn nooit gelezen. Nooit tentoongesteld. En tsja, de rest. De rest is weggegooid. Zonde eigenlijk. Want diep van binnen weet ik dat schrijven toch wel mijn grootste talent is. En dat ik dat eigenlijk moet laten zien aan de hele wereld. Of de wereld dat nou leuk vind, dat weet ik ook niet. Wat ik wel weet is dat de meeste mensen die mijn kunsten lezen er positieve reacties op geven. Ook mooi meegenomen, toch?
In de Bijbel staat ook iets over talenten. Kijk maar naar Matteüs 25 vers 14-30:
De gelijkenissen van Jezus vind ik altijd heel bijzonder. Als je erover nadenkt dan voel je je soms echt aangesproken. Althans, ik wel. Er staat dat iedereen wel talenten heeft gekregen van God. Maar je moet er iets mee doen. Als je er niks mee doet, en je blijft zitten en wachten, gebeurt er niks. En kan je ook niet aan God laten zien dat je wat met je talenten doet. Je moet je talenten niet begraven. Want dat zijn juist de dingen die je speciaal maken. Niemand kan die talenten van je afpakken. Het maakt je uniek. En je moet er iets mee doen. Je moet het laten zien. Heel de wereld mag het weten!
Toen mijn zelfgeschreven tekst van Hyves terug las was het eerste wat ik dacht: Wauw, dit klopt gewoon. En het is uitgekomen. Ik heb gezien wie Hij werkelijk is. Omdat ik Hem mijn talenten liet zien. Alles wat ik die jaren geleden geschreven had, is veranderd. En oké, mensen blijven de wereld vernielen. Er zijn oorlogen, en hongersnoden. Er is ziekte, dood en pijn. Maar ik geloof dat Jezus niet voor niets aan het kruis is gestorven. Het was voor ons! En wij mogen terug komen bij Hem. We mogen vragen om vergeving. En wij mogen geloven dat Hij terug komt. Hij redt.
Ik wil gered worden. En hoe zit dat met jou?