Soms kan je dingen niet zomaar laten gaan,
ze betekenen te veel, een reden van bestaan.
Het enige wat je wilt is stevig vasthouden,
en hopen dat het nooit zal stoppen of ophouden.
Er komt een hevige windvlaag aan,
je kan het bijna niet meer houden, blijft amper op de grond staan.
Het touw dat je in handen had, glipt nu bijna weg, je probeert het nog te grijpen,
maar daar gaat het, de lucht in, langzaam maar zeker waait alles weg.
Je had eerst nog zoveel kracht en zekerheid, bij alle zaken die je deed,
maar nu is het enige wat je in handen hebt gekregen spijt.
De wind was te sterk en nam al je dromen mee,
nu blijf je alleen achter, zijn we niet meer met z’n twee.
De leegte slurpt je op,
je verkrampt nu van de spijt,
en het ergste van alles is dat je niet terug kan in de tijd.
Dus nu ben je het kwijt.
“Geschreven op 16 mei 2010, 18:37”
