Terwijl de leiding van Jeugdkerk vertelde over het stukje uit de Bijbel. Pakte ik mijn servetje. Mijn glas lekte nogal dus hij lag eronder, maar nu ik mijn water al op had gedronken kon ik hem wel gebruiken. Ik pakte m’n pen, checkte of hij het deed en begon te schrijven: Marcus 8:22-26
De blinde man werd door zijn vrienden naar Jezus toegebracht. Hij zag niks. Niks. Er werd gevraagd of Jezus hem aan wilde raken. En dat deed hij. Hij smeerde speeksel op zijn ogen en legde zijn handen op de blinde man.
“Zie je iets?” Jezus keek de man vragend aan. “Ja, ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.” Jezus wist dat dit niet de manier was waarop de man weer moest gaan zien. Hij legde weer zijn handen op de ogen van de blinde en vroeg weer: “Zie je iets?” De man sperde zijn ogen open en keek in het rond. “Ja! Ja, ik zie alles heel helder!” De man straalde. Maar Jezus waarschuwde hem alleen maar: “Ga het dorp niet meer in.”
Als je nu op straat kijkt, of in de stad kijkt, zie je mensen met hun smartphones. Ze hebben, Facebook, Twitter, LinkedIn, Youtube, enzovoorts. En zo lopen ze over straat, met hun telefoon in hun hand, alleen maar gericht op het beeldschermpje. Op zichzelf. Ze sluiten zichzelf op. Ze zien de mensen wel, maar ze lijken net lopende bomen. Het boeit ze niet wat er om hun heen gebeurt. Ze zijn op zichzelf gericht. En ik geef toe. Ik ben zo ook.
Jezus is vandaag achter mij gaan staan. Heeft mijn mobiel uit mijn handen gegrist, in zijn zak gestopt. En hij pakte me bij mijn schouders beet, en draaide mij met één snelle beweging naar zich toe. “Haai Renee, hier ben ik. Weet je nog? Zie mij.” Ik was blind. Ik zag mensen alleen als bomen. Maar nu Jezus zo voor mij staat, moet ik wel kijken! Ik zie weer. En Jezus zegt: “Ga het dorp niet meer in. Ga niet meer terug. Draai je niet meer om.” En ik knik. Hij heeft gelijk. Hij heeft gewoon gelijk. Zoals altijd weer.
Maandag tot en met zaterdag zijn dagen dat ik mensen alleen maar zie als bomen. Ik ben voor mezelf bezig, met mezelf bezig. En Jezus, is als een boom voor mij. Maar op zondag. En dat is elke zondag. Word er een bril op mijn neus gezet. Is er telkens weer die stem die roept: “Hé hallo! Ik ben er nog!” En dan denk ik weer, wat was ik deze week weer egoïstisch.
Er was eens een dorpje dat getroffen werd door een vreselijke overstroming. En ze wisten het al van te voren. Ze hadden iedereen gewaarschuwd. Maar er was één man die niet wilde luisteren. Hij bleef in zijn huis zitten en zei: “Ik blijf hier, want Jezus gaat mij redden.” En de vloedgolf kwam. De man moest op zijn dak gaan zitten. Hij zat er al een tijdje, toen hij opeens zijn buurman langs zag varen met een boot. “Kom erin! Nu het nog kan!” Riep hij. Maar de man zei: “Nee, ik blijf hier, want Jezus zal mij redden.” En het water werd steeds hoger en hoger. De man kon niet zwemmen. En hij verdronk. Hij kwam bij God. En God zei tegen hem: “Nou heb ik twee keer mensen naar je toe gestuurd om je te redden. Waarom heb je niet naar ze geluisterd?”
Zie jij de mensen ook als bomen? Of ben jij al omgedraaid?