“14 Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf.15 Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen 16 ging de man die vijf talent ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en zo verdiende hij er vijf talent bij.17 Op dezelfde wijze verdiende de man die er twee had gekregen er twee bij. 18 Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het.
19 Na lange tijd keerde de heer van die dienaren terug en vroeg hun rekenschap. 20 Degene die vijf talent ontvangen had, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijf talent erbij met de woorden: “Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf talent bij verdiend.” 21 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” 22 Ook degene die twee talent ontvangen had, kwam naar hem toe en zei: “Heer, u hebt mij twee talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er twee talent bij verdiend.” 23 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” 24 Nu kwam ook degene die één talent ontvangen had naar hem toe, hij zei: “Heer, ik wist van u dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant, 25 en uit angst besloot ik uw talent te begraven; alstublieft, hier hebt u het terug.” 26 Zijn heer antwoordde hem: “Je bent een slechte, laffe dienaar. Je wist dus dat ik maai waar ik niet heb gezaaid en oogst waar ik niet heb geplant? 27 Had mijn geld dan bij de bank in bewaring gegeven, dan zou ik bij terugkomst mijn kapitaal met rente hebben terugontvangen.28 Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. 29 Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. 30 En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.” – Matteüs 25:14-30
Ik weet dat ik (inmiddels al) een hele tijd geleden een post heb geplaatst die ging over Matteüs 25. (klik hier om de post te lezen) Maar omdat ik het een mooi en belangrijk stuk uit de Bijbel vind, schrijf ik er nog een keertje over, alleen nu geef ik er een andere draai aan. In de andere post schreef ik over talenten, en hoe je ze moet gebruiken. Maar nu ga ik de andere kant van het verhaal vertellen.
Ik besefte vandaag pas dat talenten die je hebt niet het eerste was waar Jezus aan dacht toen hij dit vertelde en uitlegde. Een talent is een betaalmiddel uit die tijd, het is ongeveer evenveel waard als honderd goudstukken. Jezus maakt de gelijkenis met geld om aan te geven hoe waardevol het geloof eigenlijk is.
De man met vijf talent, verdiende er nog eens vijf bij. De man met twee talent, verdiende er nog eens twee bij. Alleen de man met één talent, begroef het. Er zijn zoveel mensen die niks met God te maken willen hebben. God gaf ons de Bijbel. Eén talent. En mensen begraven het. Gebruiken het niet, lezen er niet in. En dat geldt niet alleen voor de niet gelovige, ook voor Christenen. Ze geloven, en denken dat ze er verder niks meer aan hoeven te doen. “Ik ben gedoopt, dus ik kom in de Hemel, nu ga ik rustig op de bank zitten en tv kijken.” Luie Christenen.
Dopen is iets wat je dichterbij God brengt, maar het is niet alles om bij Hem te blijven. De man met vijf talen, kreeg van God de Bijbel, een deed er iets mee, hij begroef het niet onder de grond, hij zette het niet achterin de boekenkast om er vervolgens nooit meer naar om te kijken.. Nee, hij las. Hij ging naar de kerk. Hij bad. Hij wilde alles weten over de tien geboden en wilde zich eraan houden. De man met twee talent, begroef ook niks. Hij verdiepte zich in zijn geloof. Hij opende zijn hart, en ging niet op de bank zitten.
Er zijn zat van die luie Christenen. En ik moet eerlijk bekennen, ik was er ook zo eentje, hoor. En het is niet erg. Want misschien is het nog niet helemaal tijd om overeind te komen. Maar ga maar eens naar de kerk, kijk eens in de Bijbel. Je hoeft het niet meteen te snappen en alles van voor tot achter uit je hoofd te kennen. Vraag God maar om hulp. Hij zal het je zeker geven. Hij helpt je met je talent. Hij graaft Hem samen met je op, en gaat handelen, om meer geld te verdienen. En dan mag je ook straks naar het feest. Gods feest.
Vind-ik-leuk Aan het laden...
Gerelateerd