Ken je dat? Van die dagen dat je liever heel de dag op je nest blijft liggen? Van die dagen dat je het niet meer ziet zitten? Dat je zo moe bent van het verdrietig zijn, van het wachten, van het ziek zijn? Een diepe zucht. Je lichaam is zwaar als je probeert je bed uit te stappen. Je hoofd bonkt, in gedachten duik je je bed alweer in, maar in het echt sta je al bij je slaapkamerdeur. Je hebt gewoon geen motivatie om iets te doen. De relatie met je bed is te mooi om hem zo vroeg te verlaten. Slapen is soms fijn, helemaal als je problemen hebt, heel de nacht hebt liggen piekeren, huilen. Alles wat je nu nodig hebt is steun. Iemand die je vasthoudt en zegt dat alles goed komt. Dat je je niet druk moet maken. Iemand die je knuffelt. Iemand waarbij je alles kwijt kan.

Soms heb ik inderdaad wel eens van die dagen dat ik geen zin heb om de dag te beginnen. Om op te staan en m’n bed uit te gaan. M’n hoofd lijkt dan wel zo zwaar als een bowlingbal, zo vol is hij met gedachten en problemen die ik maar niet op kan lossen. Ik zit dan met dingen die ik met niemand kan bespreken. Nou ja, niemand? Met God wel, maar ik ben eigenwijs. Ik heb steun nodig. Eigenlijk heb ik een gebed nodig. Maar nu even niet, God. Zo gaat dat dan.

In het weekend ga ik dan vaak bij de computer zitten. Plaatjes kijken. En “toevallig”, héél toevallig, kom ik dan wel eens sterke teksten tegen die zeggen: “Geef niet op. Laat je hoofd niet hangen, meid. Ik weet dat je het kan. Na regen komt zonneschijn. Wees niet bang. Kijk omhoog.” Eigenwijze ik. Ik wil niet bidden, maar God geeft niet op hoor. We geven haar plaatjes. Niet alleen op donkere dagen, maar ook op mooie dagen. Gewoon om je even weer aan het denken te zetten. Om weer even stil te gaan staan en tegen jezelf te zeggen: Waar ben ik mee bezig? Waar wil ik naartoe gaan? Wat is mijn doel?

En ik ben dankbaar voor die plaatjes. Voor die teksten die je telkens heel stiekem weer steunen en helpen.
Dank U wel.