Ik roep jullie alsof ik voor jullie deur sta. Als jullie mij horen en binnenlaten, zal ik altijd bij jullie zijn.

Bij mij komt als eerste het liedje “Zit je deur nog op slot” in me op. 

Zit je deur nog op slot?
Zit je deur nog op slot?
Van je krrr krrr krrr…
Doe hem open voor God.
Want de Heer wil bij je wonen.
En dan ben je nooit alleen.

Zijn wij echt nou zo gastvrij? Wie laten wij wel ons huis binnen, en wie niet? Mensen die je niet mag, zijn vaak niet zo welkom. Maar wanneer een goede vriend voor de deur staat, laat je hem wel binnen. Misschien zelfs wel midden in de nacht.
Hoe zit dit dan met Jezus? Als hij voor de deur staat, laten we hem dan binnen? Sommigen zullen hem misschien in de hal laten staan. En sommigen laten hem misschien wel helemaal niet binnen.

We zijn vaak nog te erg met onszelf bezig. We willen graag zelf nog de touwtjes in handen houden. Zelf alles regelen. Maar ons helemaal loslaten en overgeven kunnen we vaak niet. Laat Jezus je hart binnen. Laat al het geregel los. Want wanneer hij wordt binnengelaten, zal hij altijd bij je zijn.