Met een dof geluid belandt mijn tas op de grond. Ook mijn slaapkamerdeur gaat met een klap dicht en ik slaak en zucht. Je zou bijna denken dat ik voor de tweede keer mijn puberteit beleef. Maar het zijn niet m’n ouders waar ik boos op ben. Ik voel me in de steek gelaten. En dat door niemand minder dan God.

Met een zware, emotionele en pijnlijke week achter de rug, kan ik alleen maar zuchten. Ik wil graag op momenten als deze m’n hoop en kracht putten uit m’n geloof. Maar waarom is het zo dat ik het juist nú ontzettend moeilijk vind om te geloven? Uiteindelijk gooi ik alleen maar verwijten naar Gods hoofd, als een puberende, boze tiener.

“Waarom dit? Waarom wij? Waarom op deze manier? Waar hebben we dit aan te danken? Wat hebben we verkeerd gedaan? Waarom helpt U niet? Waar bent U? Ziet U dit wel? Troost ons dan! Help ons uit deze trieste situatie!”

Ik kan alleen maar in frustratie uitroepen. En telkens weer opnieuw stromen de tranen over m’n wangen.
Laten we zeggen dat ik deze week veel heb gehuild.

Ik heb jaren geleden een blogbericht geschreven over het zitten op een wip-wap. Het blogstuk staat trouwens ook in m’n bundel. De wip-wap was precies waar ik aan moest denken toen ik vanochtend de dominee hoorde zeggen: “Wees dankbaar, want elke dag is er iets om blij om te zijn.” Ik moest me inhouden om niet met m’n ogen te rollen. Sorry, meneer de dominee. U zult best wel gelijk hebben, maar ik zie dat ‘vrolijke ding’ deze week dus even niet. Nee, ik zit momenteel onderaan die wip-wap naar God te schreeuwen, omdat hij zo ver weg lijkt dat het voelt alsof Hij me niet hoort.

De realisatie

Toch ben ik vanmiddag in de stilte van m’n kamer er weer achter gekomen dat ik fout zit. Ik heb mezelf voor m’n kop geslagen. God is er wel. Hij zit niet met Z’n hoofd in de wolken terwijl ik met m’n voeten de koude grond raak. Hij laat m’n familie en mij niet stikken. Helemaal niet in zo’n zware tijd.
Maar zoals ik als communicatiestudente weet, is communiceren soms lastig. Ook voor onze Vader. Daarom praat Hij niet direct met ons, maar stuurt Hij de steun van andere mensen. Want dat hebben we tot nu toe in overvloed ervaren. Mensen die je een schouderklopje geven, een bloemetje of hulp aanbieden.
Hoe stom ben ik geweest om me te bedenken dat ik daar niet dankbaar voor kan zijn? Ik was weer eens te druk met boos zijn. Sorry, God. En dankjewel dat U me nooit laat vallen. Zelfs niet als ik denk dat het allemaal te veel voor me wordt.

Dankjewel voor alle steun, lieve mensen. Het is erg moeilijk om een familielid te verliezen terwijl ze er eigenlijk nog zijn. Alzheimer is een vreselijke ziekte die te veel families kapot maakt.