Heel voorzichtig zet ik m’n voet voor de andere. De vastgevroren sneeuw maakt een krakend geluid. “Ik heb hier ook totaal niet de juiste schoenen voor”, zucht ik terwijl ik m’n balans probeer te zoeken. Het is spekglad en ik waggel als een pinguïn voor de drap. Er komt een fietser voorbij. Z’n wielen houden nog maar net grip op het glibberige witte laken van sneeuw. Doe alsjeblieft voorzichtig, denk ik.
Code rood werd code geel. En na code geel, komt natte en gladde drap, blijkbaar. Bergen met bruine gepekelde sneeuw waar je doorheen banjert. “De winter is nu officieel begonnen”, hoor je de nieuwslezers zeggen. Maar het blijkt een winter van slechts twee dagen te zijn.
En daarna worden dit de headlines:
Kans op witte kerst is nul
Ik vind sneeuw niet erg, zolang het maar niet glad wordt en de wegen nog wel begaanbaar blijven. Maar volgens mij hadden maar weinig mensen zoveel sneeuw aan zien komen. Al ben ik wel blij dat het weer over is.
Voor mij hoeft kerst niet wit te zijn. Zolang het maar niet regent. Van mij mag het tijdens kerst zonnig zijn. Dan kun je lekker buiten wandelen. In plaats van waggelen door de gladde vastgevroren sneeuw. Door mijn ingepakte lichaam zal het er wel helemaal geinig uitzien. Ik kan nog maar net bewegen met alle sweaters, vesten, oorwarmers, sjaals, winterjassen en wanten.
Ik hoop dat we met kerst met onze jas open kunnen lopen. Zonnebril op, en lekker van de zonnestralen genieten. Het hoeft geen vijftien graden te zijn, als het maar een beetje aangenaam is.
Helaas moeten we het maar afwachten. Misschien geven ze met kerst wel code grauw op.
Als van binnen het zonnetje maar schijnt!
Zo is het maar!