“Jij en ik weten toch allebei dat die grote zwerfkei voor dat graf van Jezus niet door een heilige geest of zo is weggerold?”, hoor ik de persoon voor me zeggen. Ongemakkelijk ben ik opzoek naar iets om tegenaan te leunen; ik weet mezelf geen houding te geven. Uiteindelijk knik ik maar heel voorzichtig omdat ik ook de antwoorden niet heb. Een gevoel van schuld vult m’n onderbuik en kruipt langzaam omhoog, m’n lichaam door. M’n gedachten dwalen af naar een documentaire die ik zag op tv. Wetenschappers deden er alles aan om te bewijzen dat de geboorte van Jezus niet plaatsvond in een stal en dat Jozef helemaal niet bij de geboorte mocht zijn, omdat dat in die tijd niet gepast was. In een poging om mezelf uit dit ongemakkelijke gesprek te redden, verander ik maar snel van onderwerp. Gelukkig, daar hoeven we niet meer over te praten. Dodged that bullet, denk ik. Maar mijn schuldgevoel brandt nog een lange tijd door.
Dit blog was jaren geleden een plek waar ik m’n meningen, gedachten en ervaringen in het geloof deelde. Bijna dagelijks wijdde ik een post aan dingen die ik die dag toevallig was tegengekomen. Mijn geloof was sterker dan ooit. Geen klein vlammetje, maar een heus kampvuur. Ik putte al m’n kracht en inspiratie uit m’n religie. Sterker nog, dit is hoe m’n boek tot stand kwam.
Maar: geloven is moeilijk…
Niet dat ik dit nog niet wist, want voor mij was het allang oud nieuws. Maar waar ik vroeger met beide voeten op de grond stond en me niet zomaar liet afschrikken, word ik nu bij het minste geringste omgestoten.
Ik ben afgeleid. Ik heb het druk. Ik ben steeds vaker bezig met dingen die ik leuk vind om te doen om zo maar zo min mogelijk na te hoeven denken over de minder leuke dingen die in m’n leven gebeuren. Het lijkt of ik geloven steeds minder interessant begin te vinden.
Ook ga ik tegenwoordig steeds minder naar de kerk, wat resulteert in vragen van bezorgde gemeenteleden. Ik wil wel naar de kerk of naar een catechisatie, maar telkens als m’n zitvlak die kerkbanken raakt word ik overspoeld door schuldgevoel. Ik doe m’n uiterste best om naar elke preek te luisteren, maar slechts enkelen weten me te raken en te inspireren.
Kritisch
“De bijbel is één groot sprookjesboek:” ik hoor het m’n geschiedenisleraar op de middelbare school nog zeggen. Bij elke kritische vraag die ik als christen over de bijbel gesteld krijg, duikt hij op in m’n hoofd.
We leven tegenwoordig ook in een wereld waarbij Google in je handpalm ligt. Mensen zijn bijdehand en hooggeleerd genoeg om te kunnen onderzoeken dat sommige dingen in de bijbel niet helemaal zijn gegaan hoe ze beschreven staan. En er is toch nog steeds te veel ellende in de wereld om te geloven in een God die altijd het beste voor de mens over heeft. We zien gewoon steeds minder reden om te geloven. Alles is te beargumenteren en dus is het niet waar wat er staat in dat stoffige, oude boek.
En op die bijdehante opmerkingen van sommige mensen heb ik nou eenmaal geen antwoord. Want wat moet je zeggen als je het zelf ook soms moeilijk vindt om te geloven?
Ik hoop eigenlijk dat ik binnenkort het licht mag zien aan het einde van de tunnel. Dat dat vlammetje wat nu op een laag pitje staat en dreigt uit te gaan straks weer een enorme vlam wordt. Tot nu toe is het me nog niet gelukt. Misschien dat God me tekenen geeft, maar ik ben momenteel nog te blind om die te zien. Hij kan me wel roepen in de hoop dat ik iets van Zijn stem hoor, maar ik heb m’n oordopjes met kpop muziek nog in.
Misschien dat ik binnenkort wel weer opnieuw mag beginnen om langzaam wat sterker te worden in m’n geloof. Want geloven vind ik nu heel moeilijk, geloof ik.